Darmproblemen en andere buikklachten, blijf er niet mee lopen!
Buikklachten, je kunt er flink last van hebben. Gelukkig is het vaak tijdelijk, maar helaas hebben veel volwassenen en ook kinderen chronische klachten. Omdat deze vaak als gênant worden ervaren, durven veel mensen er niet over te beginnen tegenover hun omgeving.
Darmproblemen en andere buikklachten
Een paar voorbeelden uit mijn praktijk
- Niet meer de deur uit durven voordat je precies weet waar er een toilet is, en je reis zo inplannen dat je verschillende “nood-stops” kunt maken. Altijd een verschoning bij je hebben “voor het geval dat”.
- Bang zijn dat je hartklachten hebt. En dan te horen krijgen dat je klachten veroorzaakt worden door een darm die voller dan vol zit en je maag omhoog drukt.
- Je zorgen maken over je peuter die maandenlange diarree heeft, waarbij jij je afvraagt of je kind nog wel alle voedingsstoffen binnenkrijgt.
Of over je kleuter met chronisch dunne ontlasting die bijna naar school kan. Maar de school heeft duidelijk aangegeven dat je kind zindelijk moet zijn. - Je generen voor je collega’s op het werk omdat jouw darmen altijd zo hoorbaar rommelen.
- Niet naar de wc durven bij iemand anders omdat jouw ontlasting altijd luid knetterend naar buiten komt.
- ’s Avonds buikpijn hebben omdat je in gesprekken met mensen continu winden zit tegen te houden tot je buik voor je gevoel bijna knapt.
- Zomaar ineens een krampaanval krijgen omdat je iets gegeten hebt wat je niet verdraagt. Alhoewel je dat niet eens zeker weet, omdat je er niet precies de vinger op kunt leggen.
- Een baby hebben met darmkrampjes en reflux-klachten wat tot veel onrust leidt.
Darmproblemen en andere buikklachten komen veel voor
Je denkt dat dit uitzonderingen zijn of dat jij er alleen in staat? Vergeet het maar. Dit komt veel voor en ik zie het regelmatig terug in mijn praktijk.
In 2017 deed het RIVM onderzoek in opdracht van de Maag Lever Darm Stichting en kwam tot de conclusie dat bijna 1 op de 4 Nederlanders de huisarts bezocht in verband met spijsverteringsklachten. Dat betrof destijds 3,7 miljoen mensen.
Volgens een berekende schatting zou dit getal in 2030 nog met 10% oplopen. En dit is waarschijnlijk nog maar het topje van de ijsberg, want er wordt niet altijd herkend dat klachten met de spijsverteringsorganen te maken hebben. Je darmen bijvoorbeeld doen veel meer dan alleen je eten verteren. Ze zijn ook heel belangrijk voor je weerstand. En ze bepalen mede hoe jij je voelt.
Spijsverteringsklachten voor dummies
Je spijsvertering zit heel mooi in elkaar. Verschillende organen zorgen er samen voor dat jouw voeding in steeds kleinere stukjes wordt opgedeeld. Net zo lang totdat de macronutriënten, en micronutriënten, kunnen worden opgenomen en door je lichaam kunnen worden ingezet waar ze nodig zijn. Macronutriënten zijn vetten, koolhydraten, eiwitten. Micronutriënten zijn vitaminen, mineralen, sporenelementen.
Hieronder leg ik heel eenvoudig de verschillende stappen uit
Als al deze stappen goed gaan, functioneert het geheel en heb jij waarschijnlijk een plezierig buikgevoel en genoeg energie. Het kan echter ook ergens niet helemaal optimaal verlopen. En dan krijg je ook problemen bij de stappen die daarna komen.
Laten we beginnen bij het begin
Om te kunnen verteren heb je rust nodig. Preciezer gezegd: je hebt het gedeelte van je zenuwstelsel nodig wat je gebruikt voor rust en herstel. Het parasympatisch zenuwstelsel. Je lichaam moet energie sturen naar je spijsverteringsorganen en niet naar je spieren bijvoorbeeld.
Wanneer je niet voldoende kunt ontspannen tijdens een maaltijd verteer je minder makkelijk en kun je last van je maag en darmen krijgen. Wanneer je goed kauwt gaat je lichaam de eerste spijsverteringsenzymen aanmaken, amylasen. Deze zijn belangrijk voor de vertering van koolhydraten.
Darmproblemen en andere buikklachten: maag
Daarna komt je voeding in je maag terecht. Het is belangrijk dat deze tijdens de maaltijd voldoende zuur is. Dit zorgt er onder meer voor dat jouw voeding voldoende voor-verteerd in je darm terecht komt. In je maag vindt een groot gedeelte van de vertering van eiwitten plaats.
Tussen maaltijden door moet je maag juist niet heel veel maagzuur produceren. Net als alle organen staat je maag niet continu “aan”, maar kent een ritme van activiteit en rust. Wanneer het ritme van je maag verstoord raakt kun je last krijgen van zuurbranden.
En als je niet voldoende maagzuur hebt, komt je voeding onvoldoende voor-verteerd in je darm en moeten de organen daarna extra hard werken. Dit kan een poosje goed gaan, ze kunnen even “een tandje bijzetten”. Maar daarna komen ze in uitputting terecht met alle gevolgen van dien.
Darmproblemen en andere buikklachten: pancreas
Na je maag is je pancreas aan de beurt. Deze wordt ook wel buikspeekselklier of alvleesklier genoemd. Deze produceert onder meer een heleboel verschillende soorten spijsverteringsenzymen, voor de vertering van je vetten, koolhydraten en eiwitten.
Darmproblemen en andere buikklachten: lever
Je lever zorgt ervoor dat er gal vrij wordt gegeven zodat jij je vetten kunt verteren. Dit heet emulgeren. Gal wordt door de lever gemaakt en in je galblaas opgeslagen.
Wanneer je galblaas verwijderd is zul je je hele leven je vetvertering moeten ondersteunen. Er wordt dan nog steeds gal vrijgegeven voor het emulgeren van vetten, maar het mechanisme is minder beheerst. Je kunt de gal dan minder goed doseren.
En wanneer jouw voeding onvoldoende aangezuurd door je maag in je darm terecht komt, krijgt je pancreas veel minder een seintje om spijsverteringsenzymen aan te maken en je lever minder een signaal om gal in de darm te stuwen. En, je begrijpt het al, dan krijg je uiteindelijk ook een disbalans in je darm-microbioom.
Immuunsysteem voor dummies
We zijn zo gewend in de Westerse wereld om alles te scheiden. Je spijsvertering, je zenuwstelsel, je immuunsysteem. Voor alles kun je uiteindelijk bij een andere arts-specialist terecht.
Dit komt door het mechanische beeld van de Westerse geneeskunde. Het lichaam wordt min of meer gezien als een apparaat. Wanneer er iets aan mankeert, repareer je het, of zet je er een nieuw onderdeel in. Maar uiteindelijk werken al die lichaamssystemen met elkaar samen.
Spijsvertering en immuunsysteem
Zo zijn je spijsvertering en je immuunsysteem nauw met elkaar verbonden. In je darmen bevindt zich een groot gedeelte van je afweer. Alles wat binnenkomt vanuit jouw buitenwereld, waaronder voeding, wordt hier beoordeeld. Er wordt bepaald of het vriend, bijvoorbeeld voeding, of vijand, bijvoorbeeld een bacterie die ziekte kan veroorzaken, is.
Wanneer jouw systeem in balans is, zal jouw immuunsysteem goede instructies geven. Maar bij een disbalans kan het gebeuren dat je immuunsysteem in overdrive gaat en veel te alert is. Waardoor het bijvoorbeeld gaat reageren op pollen of voedingsmiddelen in plaats van op ziektekiemen. Of zelfs het eigen lichaam gaat aanvallen zoals bij auto-immuunziektes.
Slijmvliezen
De slijmvliezen van je darm, met alle immuun-eiwitten die zich hier bevinden, geven ook instructie aan de andere slijmvliezen binnen je lichaam. Je huid, je blaas, je vagina, je longen bijvoorbeeld. Zij hebben ook een slijmvlies boordevol immuun-eiwitten, als het goed is.
Dat betekent dat een disbalans in je darmen zich ook in een heleboel andere klachten kan uiten. Zoals voedselovergevoeligheid, eczeem, astma, depressie.
Deze communicatie loopt ook de andere kant op. Zo weten we dat stoffen die via je huid binnenkomen je darm-microbioom kunnen beinvloeden. Zowel op een goede als op een minder positieve manier. Afwasmiddel en andere schoonmaakmiddelen hebben bijvoorbeeld een negatieve invloed op je microbioom.
Wat in je darmen gebeurt heeft ook een grote invloed op je stemming en je gedrag
Je darm heeft een eigen zenuwstelsel, het enterisch zenuwstelsel, en dit communiceert met jou. Ook je darmbacteriën praten met je en kunnen je gedrag en gevoel beïnvloeden. Een groot deel van onze neurotransmitters wordt in de darm aangemaakt. Serotonine bijvoorbeeld, één van onze “ feel good” hormonen. Bij een disbalans in je darm kun je angstig en depressief worden.
De geboorte van baby’s microbioom
Tijdens de zwangerschap en speciaal bij de geboorte van een baby wordt het darm-microbioom van het kindje gevormd.
Verschillende omstandigheden zijn hierop van invloed:
- De voeding van de moeder tijdens de zwangerschap en bij borstvoeding.
- Welke kunstvoeding en bijvoeding je geeft en hoe je dit opbouwt.
- Het darm-microbioom van de moeder.
Wanneer een moeder bijvoorbeeld zelf al darmklachten heeft of bepaalde allergieën, geeft zij haar manier van reageren aan haar baby door. Haar lichaam vormt het microbioom van haar kind en traint het immuunsysteem van haar baby.
Omstandigheden tijdens de geboorte
Omstandigheden tijdens de geboorte zijn ook van invloed, zoals stress en ingrepen. Bij een keizersnede bijvoorbeeld moet een kindje veel meer moeite doen om een goede balans in de darmen te krijgen.
Wanneer je als kind hierbij een minder optimale start hebt gehad, is het extra belangrijk het immuunsysteem en de spijsvertering te ondersteunen. De eerste 1000 dagen van een baby zijn hierin essentieel, vanaf de conceptie tot het 3e levensjaar. Hier wordt de blauwdruk voor veel lichaamsfuncties en ontwikkelingen gelegd.
Darmkrampjes, reflux, chronische verkoudheid, piepende ademhaling, obstipatie en diarree, en voedselovergevoeligheid bij je baby, zijn allemaal signalen dat de ontwikkeling van zijn of haar microbioom niet optimaal is verlopen.
Darmproblemen kunnen een relatie hebben met allerlei andere klachten
Je legt het verband niet altijd, maar darmklachten kunnen een relatie hebben met heel veel ziektes en aandoeningen. En op jonge leeftijd wordt al een belangrijke basis gelegd.
Zorg dus goed voor je darm, dan zorgt je darm voor jou!
0 reacties